Bedrijven

Historie van Confectie-industrie De Liemers (Liemco)

Inleiding
In de eerste helft van de 20e eeuw was Didam een dorp van hoofdzakelijk landbouwers, steenfabriekarbeiders en bouwvakkers. Voor de vrouwen was veelal een rol weggelegd als dienstmeisje, hulp in de huishouding of in de winkel. In de jaren vijftig van de vorige eeuw wilde de gemeente Didam, onder bezielende leiding van burgemeester Verberk, hier verandering in brengen door meer industrie aan te trekken. De gemeente had hiervoor een locatie voor ogen, dat werd omsloten door de spoorlijn Arnhem-Winterswijk, de Willibrordusweg en de Kruisstraat. De gronden waren al in eigendom van de gemeente. Het enige bedrijf dat zich daar al eerder gevestigd had, was Metalino. Confectie-industrie De Liemers’ zou het eerste bedrijf worden op het nieuwe industrieterrein onder het ‘bewind’ van burgemeester Verberk.

 

001 Willibrordusweg 1954 002 Willibrordusweg 1954
Willibrordusweg in 1954 Willibrordusweg in 1954



N.P.M.
Het bedrijf N.P.M. (Nederlandse Poetsdoeken Maatschappij), gevestigd in Arnhem, zocht in die tijd een locatie voor haar confectie-industrie. Het was in 1905 opgericht als weverij van poetsdoeken. In de loop der jaren werden naast poetsdoeken ook andere producten aan het textielpakket toegevoegd: eerst thee- en handdoeken en later ook bedrijfskleding. Voor deze kleding zocht men nog een nieuwe locatie.

Een snelle deal
Drie maanden na het eerste contact van het bedrijf met de gemeente Didam, in april 1954, was de vestiging van het bedrijf in Didam reeds gerealiseerd! Enkele lokalen van de leegstaande oude huishoudschool achter het Carolusgebouw aan de Kerkstraat werden gehuurd en omgebouwd tot productieruimten. Hierin kwamen één coupeur en vijftien meisjes te werken. Als naam van het nieuwe bedrijf werd de streek gekozen waarin het bedrijf stond: Confectie-industrie De Liemers N.V. Uiteraard was deze locatie van tijdelijke aard.

 

003 Opening 1954 004 8158 eerste naasters

De opening in 1954 in
de voormalige huishoudschool

De eerste 15 meisjes en
de coupeur



Definitieve vestiging
Het nieuwe eigen pand aan de Willibrordusweg werd anderhalf jaar later, op 11 Oktober 1955 om precies te zijn, eveneens door burgemeester Verberk geopend. Vele bedrijven zouden op die locatie volgen, als eerste sigarenfabriek ‘Ritmeester’.

 

005 8164 Opening 1956 006 8167 Binnen hal

Opening eigen pand in 1955
aan de Willibrordusweg

De nieuwe bedrijfshal van
binnen in 1956



Explosieve groei
In de jaren die volgden groeide De Liemers zeer explosief. Zo werd er in 1956 een tweede hal bijgebouwd en in 1957 zelfs al een derde. Van heinde en ver werd personeel, veelal productiemeisjes, gezocht en gevonden. Met busjes werden ze in de omliggende plaatsen opgehaald en thuisgebracht. Het personeelsbestand was intussen gegroeid naar 110 personen. De Liemers wilde haar assortiment verbreedden en kwam op de markt met andere producten, zoals herensportcolberts en katoenen kinderkleding. Deze producten werden echter geen succes. Wat wel een succes werd, was de bedrijfskleding die onder de naam ‘Liemco’ op de markt werd gezet. Dit was zo’n succes dat de naam van deze bedrijfskleding veelal aan het bedrijf werd gekoppeld.

Eenheid binnen het bedrijf
Er heerste een grote eenheid binnen het personeel van De Liemers. Zo werd een wandelgroep van zo’n vijftig personen opgericht, die meedeed aan diverse wandelevenementen. Onder andere aan de Airborne Mars in Oosterbeek. Daar kwam men uiteraard zeer strak in het uniform voor de dag, wat gewaardeerd werd en verschillende prijzen opleverde.

V.O.C.
Om de kwaliteit van de confectie te verhogen en te waarborgen werd er van overheidswege een cursus in het leven geroepen: de V.O.C. (Vak Opleiding Confectie-industrie). Vanaf 1957 werd deze interne cursus De Liemers gegeven door een eigen personeelslid: Bart van Onna. Dat hij daarvoor zeer geschikt was, bleek wel uit het feit dat alle leerlingen in de eerste twee leerjaren in één keer slaagden! De uitreiking van de diploma’s werd veelal groots opgezet. Zo was dit vaak in zaal Driessen (de Harmonie) of Raben (de Zwaan) en gaf veelal ook het volledige college van B en W acte de présence.

De groei ging gestaag door
In de jaren zestig bleef de productie maar groeien. Onder leiding van de nieuwe Duitse directeur A. Kerkhoff werd ook de Duitse markt aangeboord. Dat dit een succesvolle stap was, bleek uit het feit dat daar acht vertegenwoordigers gingen werken en dat de omzet steeg met 150%! Ook binnen Nederland bleef het goed gaan. In Didam werd een vierde hal gebouwd en in Pannerden werd een vestiging geopend voor werkneemsters van het Gelders Eiland. Midden jaren zestig was het personeelsbestand uitgegroeid tot 180 personen, waarvan 130 productiemeisjes. Regelmatig werd er een huisbezoek gebracht aan nieuwe potentiële werkneemsters om ze over te halen om bij De Liemers te gaan werken. Ook was het voor hen mogelijk om ‘van huis uit’ te gaan werken. Deze thuiswerksters werden ook maar al te graag aangenomen, alles om de productie te verhogen en aan de vraag te kunnen blijven voldoen. Daarnaast werd in België - in Genk - een tweede productielijn opgestart. Hier zouden zo’n veertig personen voor De Liemers gaan werken.

Moeilijke tijden breken aan
Echter zo halverwege de jaren zeventig kreeg De Liemers het langzaam maar zeker steeds moeilijker. Aan het eind van dit decennium was het bedrijf enkele jaren in Britse handen. De naam De Liemers bleef wel bestaan en het personeel kon haar baan behouden. Het personeelsbestand was toen al geslonken tot 80 personen in Didam en 35 personen in Genk. Men probeerde nog het hoofd boven water te houden door naast bedrijfs- en beschermende kleding ook regenkleding en doorwerkkleding in de bouw te produceren. Maar het mocht niet baten.

Definitief vertrek uit Didam
Omdat de lonen dermate gestegen waren, was het steeds moelijker concurreren met het buitenland. De Liemers, inmiddels weer zelfstandig, kon niet achterblijven en verplaatste haar productielijn naar Tunesië. Dit was echter een tijdelijke oplossing, men kon het hoofd niet zelfstandig boven water houden. Na het overlijden van directeur Bosma in 1989, die tegen beter weten in altijd voor het behoud van het personeel was en een korte overname door een Twents bedrijf, viel in 1992 definitief het doek. In dat jaar werd De Liemers overgenomen door Orcon, dat onderdeel was van de Britse Faithful Group. Hierbij vielen vele gedwongen ontslagen en de bedrijfsnaam De Liemers kwam te vervallen. Het overgebleven personeel werd ondergebracht in Doetinchem, waar Orcon ook een vestiging had. In de zomer van 1993 vertrok eerst het productiepersoneel en in januari 1994 vertrok ook het administratiepersoneel naar Doetinchem. Hiermee kwam een eind aan bijna veertig jaar De Liemers in Didam. De Liemers, een bedrijf waar veel ‘Liemersen’ met heel veel plezier hebben gewerkt.

 

007 Geslaagden opleiding 008 1295 hallen buiten

De geslaagden VOC-opleiding
van 1958

Rechts de drie fabriekshallen
aan de Willibrordusweg ca. 1970



Bronnen
‘Oaver Diem’, jaarboek van de OVD, jaargang 2009, nummer 24.
Diverse artikelen uit weekblad ‘de Liemers’ en dagblad ‘de Gelderlander’ tussen 1954 en 1978.

ABTB (Aartsdiocesane Boeren- en Tuindersbond)

De voorlopers van de ABTB

In het midden van de 19e eeuw kende de landbouw in Nederland een ongekende bloei. De reden was dat de omliggende landen meer aandacht hadden voor industrie dan voor de landbouw. Uit die tijd stamt de Gelderse Maatschappij van Landbouw, wat later gevolgd door een regionaal initiatief genaamd ‘Landbouwvereeniging De Lijmers’. Helaas waren de boeren hierbij weinig in beeld en waren het vooral bestuurders of zakenmensen die de gang van zaken bepaalden. Rond 1875 veranderde deze situatie. Er kwam een grote invoer op gang van landbouwproducten uit verre landen, zoals Noord-Amerika, Rusland, Indië en Argentinië, onder andere door verbeterde productie- en transportmethoden. De prijzen daalden in hoog tempo en de Nederlandse regering was niet bereid beschermende maatregelen te treffen. Gevolg: (te)veel bedrijven schakelden om van akkerbouw naar veeteelt, waardoor in die sector overproductie ontstond. De zuivel- en vleesprijzen daalden en de landbouwcrisis breidde zich over het gehele land uit. In 1890 maakten de bestaande boerenstandsorganisaties een zware crisis door. De inlandse landbouw, die eeuwenlang voor de voedselvoorziening had ingestaan, werd plots uit de markt geduwd door goedkope landbouwproducten uit alle werelddelen. De grootgrondbezitters vreesden voor de ontwaarding van hun gronden. De boeren zagen hun inkomsten dalen. De katholieke kerk en de katholieke partij vreesden de vlucht van de verarmde boeren naar de ‘zondige’ stad en naar het opkomende socialisme.

Het ontstaan van de Boerenbond

Zo ontstond in 1896 achtereenvolgens de Nederlandse, Gelderse en de Didamse Boerenbond. Op 31 januari 1896 werd in ‘Musis Sacrum’ te Arnhem de Nederlandse Boerenbond (N.B.B.) opgericht. Op 27 november van hetzelfde jaar werd eveneens in Arnhem de oprichtingsvergadering gehouden van de Provinciale Gelderse Boerenbond (P.G.B). Nog geen maand later werd op 20 december de Didamse Boerenbond opgericht waarbij ook niet katholieke boeren zich konden aansluiten. De Didamse bond telde 180 leden, afkomstig uit Dorp (51), Dijk (53) Loil (34), Greffelkamp (20) en Holthuizen (22). In 1915 kwam in Loil een eigen afdeling en Nieuw-Dijk volgde in 1916.

Het ontstaan van de Aartsdiocesane Boeren- en Tuindersbond (ABTB)
Op 23 augustus 1917 werd in Arnhem de landelijke ABTB opgericht. Naast de vele noden op het platteland was er ook aandacht voor maatschappelijke belangen. In die tijd was er een soort sociale revolutie op gang gekomen die - geleid door aartsbisschop Mgr. v.d. Wetering - trachtte via de parochiegeestelijkheid de boeren te bewegen zich te organiseren op rooms-katholieke grondslag.

 

001 Foto 44 ABTB 640x480 002 00475 Didam 640x480
Het eerste gebouw van voor
1927 aan de Wilhelminastraat
Het ABTB-gebouw aan de
Wilhelminastraat ca 1960


[Naast de afdeling Didam van de Boerenbond was in 1908 in Didam ook de Coöperatieve Verbruikersvereniging ‘De Vruchtboom’ opgericht. De trage gang van zaken bij de Boerenbond en het feit dat het eigenlijk een katholieke vereniging was, waren belangrijke redenen voor Didamse boeren om zich bij deze vereniging aan te sluiten

Op initiatief van Deken Reuvekamp, de Didamse kapelaan Van der Heiden en de Loilse pastoor Inden werden de afdelingen Didam, Loil en Nieuw-Dijk van de Boerenbond opgeheven en vervangen door afdelingen van de ABTB. De invloedrijke Loilse pastoor was de eerste in de gemeente Didam die succes had. De ABTB, afdeling Loil werd op 23 november 1917 opgericht. Het eerste bestuur werd gevormd door J.H. Seegers voorzitter, G.W. Lucassen secretaris en J. Lamers penningmeester. Twee dagen later, op 25 november 1917, werd de ABTB, afdeling Didam opgericht. In het eerste bestuur hadden zitting G.H. Roemaat, voorzitter, W.C. Geurtzen, secretaris en A. Kok was penningmeester / zaakvoerder vanaf 1918. De ABTB, afdeling Nieuw-Dijk werd in 1917 de opvolger van de op 24 september 1916 opgerichte ‘Rooms Katholieke Boerenbond Dijk gemeente Didam’. Het bestuur bestond uit G. Bolder (voorzitter), J. Jansen (2e voorzitter), Th. de Ponti (secretaris) R. Sloot (penningmeester en M. Beursken. In 1921 werd deze afdeling opgeheven toen de afdeling Didam met een maalderij begon. Veel van de ruim honderd leden besloten toen om daar lid te worden. Op 12 maart 1948 werd de afdeling Nieuw-Dijk op initiatief van pastoor J. van Gendt heropgericht. H.H. Polman werd voorzitter, J.H. Lanters secretaris en Th. Geurts penningmeester.
In 1918 werd de landelijke handelsraad van de ABTB opgericht met als doel het in coöperatief verband aankopen van veevoer, kunstmest en zaaizaden. Deze werd opgevolgd door de Coöperatieve Aan- en Verkoopvereniging (CAVV). Verder werden zaken als het verzekeren van onroerend goed en de veestapel ter hand genomen.

Land- en tuinbouwonderwijs
Ook het land- en tuinbouwonderwijs kreeg alle aandacht. In Didam startte op 19 oktober 1920 de R.K. Land- en Tuinbouwschool van de ABTB (vanaf 1922 gevestigd aan de huidige Dijksestraat). De boerenleenbank van Didam besloot hierbij om gedurende vijf jaar een deel van de jaarlijkse winst te bestemmen voor rentegarantie. Dit vanwege het feit dat er geen rijkssubsidie voor de bouw aanwezig was en de ABTB zelf niet over voldoende middelen beschikte om een school tot stand te brengen.

Vele jaren traden de drie afdelingen van de Didamse ABTB gezamenlijk op, maar hadden zij wel een eigen bestuur met een zelfstandige organisatie. Na vele fusies in de loop der jaren is uiteindelijk de ABTB /CAVV rond de eeuwwisseling opgegaan in Coöperatie Agruniek UA. De vestiging Didam met zijn hoge silo bevindt zich aan de Parallelweg langs het spoor.

 

003 02283 Loil 640x480 004 File0009 640x480
Gebouw van de ABTB aan de
Wehlseweg in Loil
Bestuurders van de ABTB,
afdeling Loil




Bronnen
Stevens, H., De Maalderijen van Didam, 's-Heerenberg 2011
Boshouwers, Drs. W.F.P., In het spoor van kruis en ploeg/50 jaar ABTB 1917-1967

Beursken, J., Collectief in Nieuw-Dijk van Z tot Z, Duiven 2011

Bakkers Brandts

Inleiding

Al gedurende vier generaties is ‘bakker Brandts’ een begrip in Didam. Het begon allemaal op 9 november 1883 toen in Duiven Jozef Brandts werd geboren. Hij bouwde in 1911 een bakkerij, winkel en bierhuis naast de kerk aan de Smallestraat in het kerkdorp Dijk (in 1920 Nieuw-Dijk). Oudste zoon Willem begon in 1941 een winkel met bakkerij in het buurtschap Holthuizen in Loil en zoon Toon nam de bakkerij van zijn vader over. Geert Brandts (zoon van Willem) startte in 1969 aan de toenmalige Beekseweg 32 in Didam een bakkerij met winkel (pand bakker A.J. van Kraaij).


De start van Jozef Brandts in Dijk

Toen de Dijkse kerk werd gebouwd, zag Jozef Brandts mogelijkheden om zich daar in de buurt als zelfstandige te vestigen. Hij vroeg een bouwvergunning aan voor een woonbedrijfspand waarin naast een bakkerij en winkel ook een bierhuis was opgenomen. Dit laatste moest zeker lukken, een kroeg bij de kerk was immers een ideale combinatie. Nadat de nieuwbouw klaar was, volgde zijn huwelijk op 7 februari 1911 met Miet Looman, een dochter van bakker Hend Looman en zus van de bakkers Jan en Hein Looman in het dorp Didam. Het jonge paar werkte hard. Naast de bakkerij, de kruidenierswinkel en het bierhuis (later het café) werden ook nog kolen verkocht. Verder had Jozef ook nog percelen grond en een kleine veestapel. Als de Diekse mensen op zondag naar de kerk waren geweest, gingen de mannen nog vaak even het café in bij Jozef en deden de vrouwen inkopen bij Miet in de kruidenierswinkel. Hierna werd in de keuken nog vaak even bijgepraat onder het genot van een kopje koffie. Het echtpaar Brandts-Looman kreeg veertien kinderen. Oudste zoon Willem (geboren 1912) en Toon (geboren 1919) hielpen mee in het bakkersbedrijf en de dochters hielpen in de huishouding, maar ook in de kruidenierswinkel en het café.

 

Brandts-3 Brandts-1
Het woonwinkelpand van
Jozef en Miet Brandts
Het gezin van Jozef Brandts
in mei 1947


Willem Brandts begon eigen bakkerij

Toen Willem 29 jaar oud was, besloot hij als zelfstandige – los van het moederbedrijf Brandts in Nieuw-Dijk - verder te gaan. In 1941 kocht hij een winkel met bakkerij van bakker Bernard Josephus Streuff in de buurtschap Holthuizen. In de winkel werden tevens snoepwaren verkocht. Nog in hetzelfde jaar trouwde hij met Lies Loeters. Willem en Lies kregen acht kinderen waaronder het tweede kind Geert. Deze zou later in Didam het bedrijf gaan voortzetten. Toen Geert naar Didam was vertrokken eindigde het bakkersbedrijf in Loil, wel bleef de winkel nog enige tijd open.

 

Brandts-8 Brandt-2
Willem Brandts met op de 
achtergrond het ouderlijk huis
Het gezin van Willem Brandts
in 1966


Toon Brandts nam bakkersbedrijf van vader Jozef over

Toon werd de opvolger binnen het bakkersbedrijf in Nieuw-Dijk. Hij trad in 1952 in het huwelijk met Dies Raben. Toon en Dies kregen vier kinderen. De kruidenierszaak en het café met slijterij in de ouderlijke woning werden in 1955 overgenomen door Toon's zus Fien, gehuwd met Willy Schaars. Toon bouwde op grond van vader Jozef aan de Smallestraat een nieuwe bakkerij met banketwinkel die in 1957 werd geopend. In hetzelfde jaar overleed Jozef Brandts.
Zoon Ernie werd profvoetballer en speelde op het hoogste niveau. Hoewel Ernie wel meehielp in het bedrijf waren het toch hoofdzakelijk moeder Dies en haar dochters Maria, José en Loes die Toons rechterhand waren in de bedrijfsvoering van de nieuwe bakkerij.
Op 7 februari 1961 vierde de familie Brandts het 50 jarig bestaan van café, winkel en bakkerij. Omdat Toon geen opvolger had en een slechte gezondheid, werd het bakkersbedrijf in Nieuw-Dijk met kerst 1980 definitief beëindigd.

 

Brandts-6 Brandts-7
Het nieuwe bedrijfspand van
Toon Brandts
Het gezin van Toon Brandts


Geert Brandts vestigde zich in Didam

De tweede zoon van Willem Brandts en Lies Loeters was Geert. Na zijn schooltijd werd hij in het bakkersbedrijf van zijn vader betrokken. Hij trad in 1969 in het huwelijk met Annie Otten. Zij zochten hun geluk in Didam en kochten het pand van bakker Van Kraaij aan de toenmalige Beekseweg, later Wilhelminastraat genoemd. Er werd aan- en verbouw gepleegd en de winkel werd ingericht voor de verkoop van brood en aanverwante producten. Toen in 1978 het winkelcentrum ‘De Ent’ werd geopend, kwam er een filiaal in het centrum van Didam. Dit filiaal kreeg in 1994 een volledig nieuw aanzien. Geert verkocht zijn bakkersbedrijf in 2005. De nieuwe eigenaar handhaafde de bedrijfsnaam ‘warme bakker Brandts’.


Bronnen

  • Oaver Diem 2009, de bakkers Brandts, Jan Beursken
  • RAG notarieel archief
  • Gemeentearchief Montferland (Didam)

Schuttersgebouw

Oprichting schutterij St. Antonius
Nadat in 1911 de Dijkse parochie was gesticht, volgde in 1921 de oprichting van de R.K. Schutterij ‘St. Antonius’. Vooral meester De Ponti, die zelf geen zitting wilde nemen in het bestuur, was de grote drijfkracht in de beginjaren. Hij noemde zich administrateur. In werkelijkheid beheerde De Ponti zowel de administratie als de financiën. Ook geestelijk adviseur pastoor Bijlard drukte een belangrijke stempel op de beginjaren van de schutterij. Bij de oprichtingsvergadering werd Bart van Kempen de eerste voorzitter. Meester Theo de Ponti werd benoemd tot ere-lid en pastoor Bijlard werd benoemd tot ere-voorzitter. Willem Wiendels werd de eerste secretaris en penningmeester werd Gerrit Sloot.

Schuttersfeest

Het eerste schuttersfeest werd gevierd op zondag 18 en maandag 19 september 1921. Het feest werd gehouden aan de Smallestraat in het weiland van Boerstal alwaar een gehuurde tent was opgezet. De tap werd bij inschrijving verpacht aan dhr. Kummeling uit Doesburg voor de somma van 336,56 gulden. Een glas bier kostte destijds 15 cent en een goede sigaar 8 cent. Vanaf de oprichting kent schutterij ‘St. Antonius’ twee koningen; één bij het schieten en één bij het ringrijden. De eerste twee koningen waren Willem Peters bij de schutters en Gradus Beekman bij de ruiters.

Bouw eigen schutterslokaal

In 1922 bracht voorzitter Van Kempen het volgende bestuursvoorstel in de ledenvergadering: “Het bouwen van een eigen feestgebouw. De gehuurde tent is veel te klein, niet goed dicht en komt telkens op heel wat huur. Een grotere die voortaan gehuurd moet worden, kost nog veel meer. Het kopen van een losse tent is ook kostbaar; deze moet bovendien ergens opgeslagen worden en kost heel wat tijd deze telkens weer op te bouwen en weer af te breken. Als alle leden eendrachtig samenwerken, dan moet die feestzaal er kunnen komen”. Met goedkeuring van de leden werd een lening aangegaan van 4.000 gulden en het bestuur gaf renteloze leningen uit van 5 gulden. De grond van Boerstal, waar voorheen de gehuurde lappen tent had gestaan, werd door de schutterij aangekocht. In januari 1923 diende het bestuur de aanvraag in voor het verkrijgen van de bouwvergunning. Die werd door B&W van Didam op 2 februari 1923 verleend. Bij de aanbesteding waren W. Freriks en J. van Vuuren de laagste inschrijvers met resp. 530 gulden voor het timmerwerk en 350 gulden voor het metselen. Het grondwerk voerden de leden gratis uit en voor het halen van de vrachten zand en stenen stond een vergoeding in de vorm van een vertering. De vereniging zelf leverde de materialen voor het gebouw, dat een oppervlakte kreeg van 316 vierkante meter.

De opening

Op zondag 15 april 1923 kon het nieuwe verenigingsgebouw worden ingewijd door pastoor Bijlard en op 29 april volgde de feestelijke opening met een muziek-en toneeluitvoering. Het bal met de meimarkt en het derde schuttersfeest op 15 en 16 juli 1923 waren voor het eerst in een eigen feestzaal.

De stormramp

Op maandag 10 augustus 1925 trok een cycloon over Gelderland. Iedereen sprak over de grote stormramp die Borculo trof, maar ook Didam, Oud- en Nieuw-Dijk kregen met dit natuurgeweld te maken. De allesverwoestende storm raasde over de nieuwe feestzaal waardoor deze compleet werd verwoest.

 

001 File0008 Stormramp 640x480 002 01643 Eerste steen 640x480
De verwoesting in 1925 Plechtig ingewijd 5 april 1926

De herbouw
Het gebouw was niet verzekerd, dus waren de problemen voor opbouw zeer groot. Maar het bestuur ging niet bij de pakken neerzitten en besloot een nieuw lokaal te bouwen. Meester De Ponti en burgemeester Van de Poll stelden alles in het werk voor het verkrijgen van financiële hulp. Op 29 september 1925 berichtte het Provinciale Steun Comité, dat onder bepaalde voorwaarden een schadevergoeding werd toegekend van 5.000 gulden. Daarnaast werd een renteloze lening verstrekt van maximaal 3.000 gulden. Op 31 oktober 1925 werd de nieuwbouw aanbesteed en op paasmaandag 5 april 1926 was de opening en plechtige inwijding van het tweede schuttersgebouw. Inmiddels was dit gebouw wel verzekerd tegen brand- en stormschade. Boven de hoofdingang was op tegeltjes de naam 'St. Antonius' aangebracht. Op 29 mei bereikte het bestuur nog een aangename verrassing. Het Belgische Rode Kruis loste voor de vereniging de renteloze lening af. Als blijvende herinnering aan dit heugelijke feit werd besloten een gedenksteen in de voorgevel van het schuttersgebouw te plaatsen.


Diverse bestemmingen

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het gebouw gevorderd door de Duitse Wehrwacht en gebruikt als werkplaats voor auto’s. Na de oorlog werd het gebouw gebruikt als toneelzaal, stem- en gymlokaal voor de lagere schooljeugd, voor samenkomsten en vergaderingen van het rijke gemeenschapsleven en voor parochiële zaken. Tot 1977 werden er ook veel feesten en voorstellingen georganiseerd.


Fatale brand in 1977 

Er waren volop plannen om het schuttersgebouw flink te renoveren toen zich op 24 mei 1977 andermaal een ramp over de schutterstent voltrok. Ditmaal middels een allesvernietigende brand. In dat jaar werd het schuttersfeest gevierd in een linnen tent. Van 1978 tot en met 1996 werd het jaarlijkse schuttersfeest gehouden in zaal 'De Knots' aan de Smallestraat. Vanaf juli 1997 wordt het schuttersfeest wederom gevierd in een linnen tent, geplaatst op de parkeerplaats voor de basisschool.

 

003 TeunWiendels 640x480 004 01265 Brand 640x480
DES voor schuttersgebouw De brand in 1977

Bronnen
Staring, F., Van bosmark tot kerkdorp, 75 jaar Nieuw-Dijk (Doesburg 1986)
Egging, H., Nieuw-Dijk van A tot Z, honderd jaar parochie en parochianen (Duiven 2011)
Internet: http://www.stantonius.nl/de-schutterij/historie/geschiedenis

Café Schaars in Loil ('t Roodborstje)

Inleiding

Halverwege de 17e eeuw begon de opmars van koffie in Europa. Dit resulteerde in het ontstaan van koffiehuizen in de steden voor de meer welgestelden. Hiervan is de term café (koffie in het Frans) afkomstig. De ‘bruine kroeg’ ontstond begin 19e eeuw, toen meer en meer mensen als extra kostwinning hun voorkamer inrichtten als plaats waar mensen iets konden drinken. In die tijd werd er in Loil ook een café opgericht. Deze stond op de kruising van de Weemstraat en de Doesburgseweg en zou er 175 jaar staan.


Aleida Dudock stond als eerste tapster te boek

Rond 1665 was deze locatie in Loil al bewoond door Dudock, die er generaties lang zou blijven wonen. Het werd pas een 'café' toen Aleida Dudock in 1811 trouwde met Hendrik Roos uit Kilder en bij haar ouders introk. Zij stond vanaf dat moment als tapster te boek. Dat zij juist daar een 'kroeg' begon was geen verkeerde keus. Het café stond namelijk aan één van de zeven ‘heerenwegen’ die Didam rijk was. Dit waren belangrijke wegen, die veelal van dorpskern naar dorpskern liepen. De heerenweg van Elten naar Doesburg liep via Didam en kwam ook langs het café van Aleida. Tegenover het café stond destijds bierbrouwerij De Som (De Summa), thans Doesburgseweg 2, terwijl verderop aan deze weg ook herberg ‘de Nachtegaal’ was gevestigd. Ook dit gaf aan dat het een belangrijke doorgaande weg was.


Opvolging door nicht Berendina Dudock

Omdat het echtpaar Roos-Dudock kinderloos bleef - waarschijnlijk mede veroorzaakt doordat Aleida op oudere leeftijd (43 jaar) trouwde - zou het café geen opvolgers hebben. Echter nicht Berendina Dudock hield het café binnen de familie, doordat zij het met haar man Franciscus Jeene overnam. Zij breidden het café bovendien uit met een kruidenierswinkeltje. Berendina en Franciscus kregen veertien kinderen, waarvan er negen mochten opgroeien. Het voorbestaan van het café leek hiermee (voorlopig) verzekerd te zijn.


Zoon Frans Jeene nam de zaak over

Van de negen kinderen was het Frans die de zaak in 1867 overnam. Drie jaar later trouwde hij met Hendrika van Bree, afkomstig uit Wehl. Naast het runnen van de café annex winkeltje was Frans Jeene ook nog timmerman. Het stel kreeg twee kinderen:  Franciscus en Bernardus.


Mindere tijden

Voor de familie Jeene was 1898 een rampjaar. Zowel beide ouders als oudste zoon Franciscus kwamen in dat jaar te overlijden. Bernardus kwam hierdoor op 23-jarige leeftijd alleen voor de zaak te staan. Hij kreeg wel hulp van zijn vrouw Johanna Banning, waarmee hij begin 1899 trouwde. Haar ouders runden het café ‘de Nachtegaal’ dat verderop aan de Doesburgseweg stond; het café-gebeuren was haar dus met de paplepel ingegoten. Toch kon ook zij niet voorkomen dat de zaak zodanig achteruit ging, dat in 1904 het faillissement aangevraagd diende te worden. De gehele inboedel werd geveild en die bestond uit ‘een winkel en koffijhuis, waarin het recht van vergunning, bakkerij, erf, tuin en weiland.’


De familie Schaars kwam op de zaak

Jan Schaars bracht het hoogste bod uit en werd hiermee de nieuwe eigenaar. Hij woonde op een boerderij die wat verderop aan de Doesburgseweg stond, hij wist dus precies wat hij kocht. Thans fungeert dit pand als schuur bij Doesburgseweg 4. Jan Schaars was in 1869 geboren en bleef enig kind. Zijn ouders runden een grote boerderij, waar diverse knechten en meiden in dienst waren. Jan trouwde in 1898 met Theodora Uiting, afkomstig uit Angerlo. Zij kregen zes kinderen, waarvan er drie op zeer jonge leeftijd stierven. De drie die wel opgroeiden waren Anna, Riet en Teun.

 

Schaars_foto_1_gedeelte_van_kadastrale_kaart_van_1832-2 Schaars_foto_2__1916
Kadastraal in 1832 Familie Schaars in 1916


Nieuw pand

Het ging Jan Schaars zakelijk zeer voor de wind. Zo goed zelfs dat hij in 1919 alle gebouwen liet slopen en een geheel nieuw pand liet bouwen. Twee jaar ervoor was zijn vrouw Theodora gestorven, maar zijn kinderen hielpen uiteraard volop mee in de zaak. Enige zoon Teun beviel dit zo goed dat hij in 1929 de zaak overnam. Hiervoor was hij reeds twee keer getrouwd. Voor de eerste keer in 1924 met Hendrina Wezendonk uit Pannerden, zij overleed twee jaar later. Uit dit huwelijk werden geen kinderen geboren. In mei 1929 trouwde Teun voor de tweede keer, nu met de Loilse Marie Berendsen. Dit huwelijk bracht twaalf kinderen voort. Teun ging zich na zijn overname steeds meer op de horeca toeleggen. In 1935 stootte hij de winkel af en liet een zaal aan zijn café bouwen. Dat was een gouden zet. Feesten bij bruiloften en kermissen werden steeds meer bij hem gehouden en diverse Loilse verenigingen maakten gebruik van de zaal. Zo repeteerden onder andere muziekvereniging ‘Amicitia’ en de drumfanfare ‘Loil Vooruit’ er.

 

Schaars_ged._van_negatief533a Schaars_foto_3_caf_Schaars
Café Schaars ca. 1920 Café Schaars ca. 1930


Geen overname door één van de kinderen

In de jaren zestig begonnen Teun en Marie Schaars al wat op leeftijd te raken. Omdat geen van de twaalf kinderen interesse in een overname had, werd een koper voor de zaak gezocht. Deze werd in Loil gevonden: Wim en Dinie van Mierlo namen in 1967 de zaak over. Een nieuwe naam moest er komen, zo werd er gezegd. Omdat beiden roodharig waren, werd de naam ’t Roodborstje’ al snel gevonden. Wim en Dinie draaiden op dezelfde voet door: diverse Loilse verenigingen maakten gebruik van de zaal en ook bruiloften werden er volop gehouden. Echter na enkele jaren kwam Wim erachter dat de horeca toch niet zijn 'ding' was. Ook hij zocht een nieuwe eigenaar.

 

Schaars_foto_5_-_1963_Fam_Schaars_08-11-1963_trouwdag_Lei Schaars_foto_6_opening_t_Roodborstje
Gezin Teun en Marie
Schaars in 1963 
Opening
in 1967


Diverse overnames volgden

Vanaf 1971 waren Sjef en Riky Straatsma de trotse eigenaren van ‘’t Roodborstje’. Met een grote interne verbouwing werd de wat verouderde zaak aangepast aan de nieuwe tijd. Het was vooral Riky waar het uitbaten in het bloed zat, Sjef had dat aanzienlijk minder. Daarom verkochten ook zij in 1977 de zaak weer. Familie de Vries werd de volgende in de rij. Omdat het aantal bruiloften en feesten achteruit ging, gooiden zij het op een andere boeg: de disco-tour. De zaal werd verbouwd tot discotheek. Dit kon in 1982 de familie echter niet van een faillissement afhouden.  De volgende eigenaar werd Lovink, die de discotheek een ware metamorfose liet ondergaan. Het kreeg een regionale uitstraling en de naam werd veranderd in ‘Las Palmas’. Ook hij hield het na een paar jaar voor gezien en verkocht de zaak aan Leo en Greet Voermans. Een grote uitslaande brand echter legde in augustus 1986 het gehele complex in de as. Leo Voermans liet de zaak niet meer herbouwen maar er werden enkele geschakelde woningen op deze locatie gebouwd.

 

Schaars_foto_9_t_Roodborstje_in_de_jaren_zeventig Schaars_IMG_1568
't Roodborstje
in de jaren zeventig
Thans nieuwbouw woningen


Bronnen

  • Alst van, T., Na 175 jaar gaat Loils café in rook op, in Oaver Diem 2010, nr. 25

Copyright @2018|Oudheidkundige Vereniging Didam| Anjerstraat 6,6942 VW Didam|Tel.nr 0316-224447|
Disclaimer

log in